Mocht het jaarinkomen van een Waals gezin tot dusver niet meer dan 51.300 euro bruto bedragen om in aanmerking te komen voor een sociale woning, dan wordt die grens vanaf 2017 gevoelig verhoogd, tot 69.400 euro. Ook voor alleenstaanden wordt het inkomensplafond opgetrokken: van 42.400 tot 56.900 euro bruto per jaar. In Vlaanderen liggen die grenzen op minder dan de helft. “Wij hebben bovendien de eigendomsvoorwaarde aangescherpt voor wie sociaal wil huren”, verklaart Homans. “Vroeger werd een gedeeltelijke eigendom toegestaan. Wie bijvoorbeeld voor 95 procent eigenaar was van een woning, had wel nog recht op een sociale huurwoning. Dat is intussen verboden: geen enkele vorm van eigendom is nog toegestaan, als je een sociale woning wilt huren.” Niet zo in Wallonië: vanaf volgend jaar kom je ginder zelfs als woningeigenaar in aanmerking voor een sociale woning. Het volstaat dat je die eigen woning toevertrouwt aan een makelaar, omdat ze te groot of te klein is of niet langer aangepast aan jouw noden.
“In Vlaanderen hebben we ook tijdelijke contracten ingevoerd voor sociale huurwoningen”, vervolgt Homans. “Wie na verloop van tijd voldoende verdient om een eigendom aan te kopen of op de private huurmarkt terecht te kunnen, stroomt op die manier ook effectief door. Zo zorgen wij ervoor dat wie de hoogste woonnood heeft, het snelst in aanmerking komt voor een sociale huurwoning. Tegelijk versterken we de private huurmarkt, zodat er een voldoende betaalbaar en kwaliteitsvol aanbod aan huurwoningen voorhanden is. En uiteraard blijven we ook sociale huurwoningen bijbouwen.”