“Het is niet mijn bedoeling om als een keizer-koster aan de gemeenten te vertellen wat ze moeten doen. Zij zijn immers de eerste verantwoordelijken om meer transparantie te brengen in het geheel van intergemeentelijke participaties. Wel wil ik een kader aanreiken dat hen daarin ondersteunt”, verduidelijkt de minister. Eerder dit jaar liet zij daarom alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en hun onderliggende, vaak privaatrechtelijke structuren inventariseren. Op basis van de resultaten van die inventarisatie en de visie van diverse betrokken actoren erop kwam de huidige visienota tot stand.
Strategische lijnen
In haar visienota zet minister Homans drie strategische lijnen uit: “Ten eerste moeten we de structuren stroomlijnen, met aandacht voor minder tussenstructuren en de matiging van het aantal mandaten. Ten tweede is het ook belangrijk dat we werk maken van een sterke corporate governance op het vlak van bestuursorganen. Er moet een duidelijke rolverdeling zijn tussen de raad van bestuur en de algemene vergadering. Raden van bestuur zijn best beperkt in omvang, zodat een degelijke strategische besluitvorming in het belang van de organisatie mogelijk is. En ten derde moet er ook een kerntakendebat komen. Bestuurders in intergemeentelijke structuren moeten op permanente basis evalueren of alle taken wel door de overheid moeten uitgevoerd worden of dat bepaalde taken het best worden overgelaten aan de private sector.”
“Intergemeentelijke samenwerking is en blijft belangrijk. Het debat over de intercommunales mag niet ertoe leiden dat we het kind met het badwater weggooien. We moeten vooral, samen met de lokale besturen, op zoek gaan naar manieren waarop die samenwerking op een transparante en democratische manier bijdraagt aan een kwaliteitsvolle en kostenefficiënte dienstverlening voor de burger”, besluit minister Homans.