Een aantal maatschappelijke trends en evoluties veranderen onze blik op wonen. Nieuw samengestelde gezinnen hebben nood aan een woning met meerdere slaapkamers maar zijn soms bereid om keuken, eetkamer of tuin te delen met anderen. Alleenstaanden hebben dan weer nood aan een compacte woning. En ouderen, die zo lang mogelijk in hun vertrouwde huis willen blijven wonen, doen graag een beroep op een gevarieerd hulp- en dienstenaanbod. “Samenhuizen, tiny houses en kangoeroewonen winnen de laatste tijd duidelijk aan populariteit. Daar wil ik op inspelen in mijn beleid”, zegt Liesbeth Homans.
Innovatieve, sociale projecten
Momenteel botsen deze alternatieve woonvormen soms op de grenzen van de regelgeving. Problemen rond vergunningen en belastingen schrikken sommigen af. Premies en subsidies vastkrijgen, is ook niet altijd eenvoudig. Om een antwoord te bieden op al deze uitdagingen zet minister Homans daarom alternatieve woonprojecten op die mogen afwijken van bestaande regels over bijvoorbeeld oppervlaktenormen. Het gaat meestal over zeer sociale projecten voor ouderen of personen met een fysieke of mentale beperking. Een aantal van de projecten werkt ook samen met sociale huisvestingsmaatschappijen en de welzijnssector. Ze moeten binnen de zes jaar afgewerkt zijn en worden tussendoor geëvalueerd.