Vlaams parlementslid Björn Anseeuw juicht toe dat de minister aan de slag is gegaan met de energiecorrectie en met zijn idee omtrent de ‘solidariteitsbijdrage’: “Deze maatregelen zorgen voor een grotere gelijkheid tussen sociale huurders, en zijn eerlijker ten opzichte van gezinnen die op de private huurmarkt terecht moeten huren en de volle pot moeten betalen. Beide bijdragen zullen sociale huisvestingsmaatschappijen ertoe aanzetten om nog meer te investeren in energiebesparende maatregelen.”
De energiecorrectie is een vraag vanuit de sector en werd al in 2007 ingeschreven in de wooncode, maar tot op heden nog niet toegepast. Het gaat om een aanpassing van de sociale huurprijs omdat het lage energieverbruik een disproportioneel voordeel geeft op de woonkost ten opzichte van andere sociale huurwoningen.
“Deze regering zorgt ervoor dat sociale huisvestingsmaatschappijen eindelijk gemotiveerd worden om extra te investeren in verbeterde energieprestaties zodat de kans op energiearmoede in sociale woningen daalt. De huurder zal hier eveneens voordeel uit halen omdat hij zijn totale woonkost ziet dalen. De energiecorrectie zal immers lager zijn dan de energiewinst”, benadrukt Anseeuw. “Tot op vandaag zagen we dat er nog steeds grote verschillen zijn in de totale woonkosten van sociale huurders. Een voorbeeld: een sociale huurder die toevallig in een energetisch performante woning woont, zal gemakkelijk tot 100 euro minder energiekosten betalen dan iemand in een oude sociale woning. Met de energiecorrectie verkleinen we dit verschil.”
En dan is er nog de solidariteitsbijdrage. “In 2016 kaartte ik al aan dat sociale huurders met een inkomen boven de inkomensgrenzen nog steeds minder huur betalen dan de marktprijs en dus minder dan iemand die met hetzelfde inkomen op de private markt huurt. Dat is oneerlijk”, stelt Björn Anseeuw. “Ik ben dan ook blij om te zien dat minister Homans aan de slag is gegaan met mijn idee en de solidariteitsbijdrage zal invoeren”.
Met de solidariteitsbijdrage betaalt de sociale huurder iets meer, en wordt de korting ten opzichte van de marktprijs dus iets minder. De korting verdwijnt niet plotsklaps, maar wordt stapsgewijs verhoogd naargelang het inkomen, en enkel voor wie meer verdient dan de maximum inkomensgrens. Als maximale huurprijs blijft de basishuurprijs gelden. “We zorgen dus voor een geleidelijke verhoging, en sociale huurders betalen nooit meer dan de markthuurprijs.”, legt Anseeuw uit. Sociale huurders die maar net boven de inkomensgrenzen vallen zullen bijvoorbeeld maar een heel beperkte stijging zien. In totaal zullen ongeveer een 3000-tal huurders een solidariteitsbijdrage betalen, een kwart van al de huurders met een inkomen boven de toepasselijke inkomensgrens. De sociale huurders die onder de maximale inkomensgrenzen blijven, de overgrote meerderheid dus, betalen geen solidariteitsbijdrage.